Verantwoording 

Verbinding tussen het doel van de webquest, de activiteiten en de middelen. 

Ons doel van de webquest zelf toegang hebben tot de informatie. Doordat de kinderen zelf de vragen gaan beantwoorden door middel van de bronnen op de webquest is er een duidelijke verbinding tussen het doel van de webqeust en de activiteiten die worden gekozen. 

De middelen sluiten hier ook bij aan. Voor het maken van een collage in groepjes is het belangrijk dat de kinderen zelf toegang hebben tot de informatie die zij verwerken in de collage. 

Aansluiten bij de sociaal-emotionele, morele en levensbeschouwelijke ontwikkeling. 

Sociaal-emotionele ontwikkeling: 

Op de basisschool komt er een nadruk op het aanleren van allerlei vaardigheden die nieuwe zijn voor het kind. ook het werken met een webquest is een nieuwe vaardigheid die het kind moet leren verwerven. Zo er wordt er nieuwe kennis over de wereld aangeboden. in ons ontwerp wordt deze kennis over de wereld aangeboden in de vorm van kennis over vrijheid, jodenvervolging en de Tweede Wereldoorlog. 

De fase van de sociaal-emotionele ontwikkelen waar de kinderen momenteel in verkeren is de volgende fase: arbeidsaamheid-minderwaardigheid (6-12 jaar).

Morele ontwikkeling:

Bij het conventionele niveau kijkt het kind al verder dan zichzelf en zijn eigen relaties. Het kind kijkt bijvoorbeeld naar de wetten van een land. Wat zijn de regels? In ons ontwerp van de webquest hebben de kinderen inzicht gekregen in de wetten die gelden in Nederland, namelijk de vrijheid die de mensen hebben in Nederland.

Levensbeschouwelijk ontwikkeling:

De levensbeschouwelijke ontwikkeling van de kinderen in groep 5/6 ligt in fase 2: mythisch-letterlijke levensbeschouwing (6/7-11/12 jaar).

De kinderen krijgen geleidelijk meer oog voor anderen. in ons ontwerp komt dit terug doordat de kinderen inzien hoe de mensen vroeger verkeerde in de tijd van de oorlog en jodenvervolging.

De kinderen zien in dat ook andere gevoelens hebben en pijn kunnen ervaren. ze kijken dus verder dan alleen zichzelf.

(Schepper, Levensbeschouwing ontwikkelen, 2015)

Ontwikkelen van basisvaardigheden en het gebruik van activerende werkvormen.

De basisvaardigheden die bij ons ontwerp van de webquest van belang waren, zijn: waarnemen en tradities hanteren. 

Hier wordt kort toegelicht hoe deze twee basisvaardigheden zijn toegepast in de webquest. 

Waarnemen:

Onder waarnemen valt onder anderen verkennen. de kinderen hebben de situatie van de Tweede Wereldoorlog verkent. Zij hebben nagedacht over de situatie en daarbij een gevoel en mening gevormd. deze mening kwam tot uitdrukking in de vragen en in de presentatie van de collage. 

Tradities hanteren:

Onder tradities hanteren valt het voeden met ervaringen van anderen. De kinderen hebben de gebeurtenissen van de tweede wereldoorlog ervaren door naar de filmpjes te kijken. In de filmpjes was te zien dat er sprake was van dodenherdenking en bevrijdingsdag. deze situaties zijn tradities geworden, namelijk de traites van 4 en 5 mei. 

Nu worden twee activerende werkvormen beschreven die zijn toegepast in de webquest:, 

1. Visuele beelden: Deze werkvorm sluit aan bij de basisvaardigheid waarnemen. de kinderen hebben namelijk gekeken naar afbeeldingen en filmpjes. de kinderen nemen deze situaties (filmpjes) waar en creëren een gevoel en mening. 

2. Werken met verhalen: Deze werkvorm sluit ook aan bij de basisvaardigheid waarnemen. Uit elk verhaal haalt een kind zijn eigen interesses en een verhaal roept gevoelens op bij een kind. Het gebruik van de werkvorm ‘ werken met verhalen’  sluit goed aan bij de basisvaardigheid waarnemen omdat kinderen de situaties waarnemen en hieruit gevoelens en meningen creëren.

Werken met verhalen is geschikt omdat iedereen er iets van zichzelf in kan herkennen. Bij ons ontwerp van de webquest hebben de kinderen kennis gemaakt met het verhaal van Anne Frank. Dit riep ook gevoelens op bij de kinderen. De kinderen hebben vragen beantwoord, zoals: ‘ Hoe zou jij je voelen als je Anne Frank was?’.